Brood is de enige productcategorie waarvoor een maximumgehalte aan zout in de nationale warenwet is vastgelegd.
De broodsector (Nederlandse Vereniging voor de Bakkerij (NVB (Nederlandse Vereniging voor de Bakkerij )), Nederlandse Brood- en Banketbakkers Ondernemers Vereniging (NBOV (Nederlandse Brood- en Banketbakkers Ondernemers Vereniging )) en Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Bakkerijgrondstoffen (NEBAFA (Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Bakkerijgrondstoffen ))) heeft in 2008 voorgesteld het zoutgehalte in brood terug te brengen tot 1,8% op meelbasis (=2,1% op droge stof basis). Deze norm is in 2009 vastgelegd in het Warenwetsluit Meel en Brood. In 2010 hebben de organisaties in de bakkerijsector een tweede collectieve reductie van zout in brood aangekondigd. Sinds eind 2013 mag het zoutgehalte in brood niet meer dan 1,5% op meelbasis (=1,8% op droge stof basis) bedragen. De Nederlandse overheid heeft vervolgens de norm voor zout in brood in het Warenwetbesluit Meel en Brood aangepast aan het nieuwe maximumniveau. In het warenwetbesluit betreft de zoutreductie in 2009 en 2013 samen 25%.
Zowel uit de monitoring uitgevoerd door het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) (2012) als door de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit ) (2013) bleek dat het zoutgehalte in brood daadwerkelijk is verlaagd.