In 2013 hebben de Vereniging van de Nederlandse Vleeswarenindustrie (VNV (Vereniging van de Nederlandse Vleeswarenindustrie )) en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL (Centraal Bureau Levensmiddelenhandel )) afgesproken zich gezamenlijk in te zetten om de samenstelling van gekookte enkelvoudige, gekookte samengestelde en rauwe samengestelde vleeswaren te verbeteren.
Verbetering vindt plaats door het gemiddelde natriumgehalte van producten binnen deze productgroepen met 10% te reduceren. Daarnaast zal het verzadigd vetgehalte van producten die binnen de productgroep gekookte samengestelde vleeswaren met 5% gereduceerd worden. De leden van het CBL zullen hun inkoopspecificaties eind 2015 volledig hebben aangepast op basis van de vastgestelde maximumnormen, terwijl de leveranciers hun productiespecificaties zullen hebben bijgesteld. Om deze reducties te bereiken, zijn voor de verschillende subcategorieën maximumwaardes opgesteld.
De keuze voor een 10% natriumreductie en een 5% verzadigd vetreductie is gemaakt op basis van een inventarisatie van de variatie in zoutgehaltes en verzadigd vetgehaltes van de bestaande producten in de markt. Het is de bedoeling dat alle vleeswaren binnen de bewuste categorieën aan de gestelde maximumeisen zullen gaan voldoen.
Ondanks dat de sectorbrede afspraak gemaakt is vóór de vaststelling van akkoord, heeft de wetenschappelijke adviescommissie in 2014 de afspraak beoordeeld.
Inmiddels is het convenant afgerond. De sector heeft vervolgens begin 2016 bekeken in hoeverre de te behalen doelen van het Convenant zijn behaald. Uit deze inventarisatie bleek dat het gemiddelde natriumgehalte met 21% was gereduceerd in de bedoelde productgroepen – meer dan 2x zoveel reductie als was toegezegd – en dat de hoeveelheid verzadigd vet met 9% was gereduceerd in gekookte samengestelde vleeswaren – bijna het dubbele.